Opel: 90 jaar geleden de laatste motorfiets van het Duitse bedrijf

Niet iedereen weet dat de OpelVoordat de Duitse autofabrikant de auto's die hem beroemd maakten op de markt lanceerde, begon hij met het bouwen van motorfietsen, of beter gezegd, het verhaal is veel langer.

Het bedrijf werd in 1862 opgericht door Adam Opel. Aanvankelijk in de fabriek van RüsselsheimIn tegenstelling tot wat je zou denken, werden er naaimachines gebouwd. Dit waren waardevolle producten, waardoor Opel aanvankelijk succes boekte, maar ook de mogelijkheid om de productie te diversifiëren, wat van fundamenteel belang bleek toen een brand de hele fabriek die zich toelegde op de constructie van naaimachines verwoestte en de definitieve sluiting ervan dwong.

Het bedrijf werd geleid door de erfgenamen van Opel, die in 1895 stierf, begon fietsen te produceren en werd, tussen innovaties en enkele 'struikelingen' door, een van de grootste ter wereld. In de herfst van 1901 werd de eerste ‘gemotoriseerde fiets’ gebouwd. In wezen was het een gewone fiets met een kleine eencilindermotor die met een leren riem en een tank aan het stuur was verbonden. Het was een eenvoudig en niet erg krachtig model, maar het succes zette het bedrijf ertoe aan het product te verbeteren en hogere prestaties te zoeken. Het vermogen van de eencilinderversie steeg naar 3,25 PK en inmiddels werd er ook een tweecilinderversie ontwikkeld. Ondanks een bescheiden succes werd de productie echter kort daarna onderbroken.

Om weer 'motorfietsen' te gaan bouwen, wachtte Opel zeven jaar toen er een fiets op de markt werd gebracht die was uitgerust met een eencilindermotor van 140 cc die slechts 1 pk kon leveren en nauwelijks een snelheid van 40 km/u kon halen. Er zijn drie verschillende versies gemaakt: één voor mannen, één voor vrouwen en zelfs een sportieve versie. Ondanks alles maakte het nieuwe marktaandeel het huis echter wel mogelijk Rüsselsheim om de moeilijke jaren na de Eerste Wereldoorlog te overwinnen. De sportieve successen deden vervolgens de rest. Vanaf 1922 wonnen Opels speciale eencilindermotoren met vier kleppen vrijwel alle Duitse races. Eén van de bekendste lopers was Frits van Opel, zoon van Wilhelm, die de naam Opel weer op ieders lippen bracht. Halverwege de jaren twintig lanceerde Opel een eencilindermotor van 498 cc die met zijn 16 pk beslist briljante prestaties leverde. De productie ging door tot 1925, toen Opel zijn motoractiviteiten opnieuw stopzette. De laatste motorfiets die Opel maakte was de motorclub: het frame was gemaakt van geperste en genagelde stalen profielen in plaats van stalen buizen en de elastische vork werd gekenmerkt door een ongebruikelijk ontwerp. Het aanbod van Motoclub aan het publiek omvatte een basisversie met een motor van 16 pk en de SS met een motor van 22 pk, herkenbaar aan de twee uitlaatpijpen, beide uitgerust met een versnellingsbak met 3 versnellingen. Daar motorclub maar het kwam toch te laat laat. In 1929 de twee broers Opel, Wilhelm von e Friedrich, verkocht 80% van de aandelen aan de Amerikaanse holding General Motors. Het was meteen duidelijk dat de Amerikaanse belangen verre van op twee wielen lagen en het jaar daarop werd de productie van fietsen en motorfietsen definitief stopgezet.